lezenRuimtelijke ontwikkelingen binnen Unesco Werelderfgoed: wat is mogelijk?

Het zal niemand ontgaan zijn: Nederland heeft er sinds juli 2021 maar liefst drie nieuwe Unesco Werelderfgoederen bij. De Neder-Germaanse Limes, de Nieuwe Hollandse Waterlinie (als uitbreiding van de Stelling van Amsterdam) en de Koloniën van Weldadigheid wisten allen een plekje op de lijst te veroveren. Als directeur van MUST Stedebouw ben ik benieuwd wat deze status betekent voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen binnen deze gebieden. Tijd om hier dieper in te duiken.

Deze kaart laat de Limes zien, dat nu Unesco Werelderfgoed is.

Limes in Nederland, nu Unesco Werelderfgoed. ©MUST

 

Het is allereerst belangrijk om te begrijpen wat een Unesco Werelderfgoedstatus precies inhoudt. Het Werelderfgoedverdrag werd in 1972 door Unesco geïmplementeerd. Het doel van het verdrag was, en is nog steeds, om erfgoed dat een unieke en universele waarde heeft voor de mensheid, beter te bewaren voor toekomstige generaties. De werelderfgoederen op de lijst zijn allen uniek, van groot belang voor iedereen, ze hebben betekenis in andere landen en ze zijn onvervangbaar. Daarmee ontstijgt het onze landgrenzen en onze tijdruimte. Daarnaast is er een tweede doel; het bevorderen van wederzijds begrip tussen culturen. Erfgoed dat de landgrenzen overstijgt, zorgt voor betrokkenheid en betrokkenheid zorgt voor begrip.

De status van Unesco Werelderfgoed is niet zonder consequenties. Het verplicht landen om er zorgvuldig mee om te gaan. Permanente, onomkeerbare schade aan het Werelderfgoed kan ervoor zorgen dat het uiteindelijk van de lijst geschrapt wordt. Zoals recentelijk gebeurde met de historische haven van Liverpool en eerder met de Elbe-vallei bij Dresden. Deze schade kan gebeuren door factoren van buitenaf, denk aan oorlogen en natuurrampen, maar ook door falend, intern beleid. Daarbij kan je denken aan nieuwbouwplannen die niet genoeg rekening houden met de kernwaarden van het Unesco Werelderfgoed.

Het is deze laatste bepaling waar sommigen sceptisch over zijn. Voor hen vormt de bescherming een bedreiging, want ‘er zou niets meer kunnen veranderen’; de zogenoemde kaasstolp-theorie. Dit vind ik een vrij beperkte kijk op de resultaten van een Unesco aanwijzing. En ook eentje die, kijkend naar het beleid van Unesco, volgens mij niet helemaal juist is. Het ligt genuanceerder.

Kaart met toekomstige ontwikkelingen Regio Utrecht, met daarin ook het nieuwe Unesco Werelderfgoed, de Nieuwe Hollandsche Waterlinie

Ons project Utrecht Nabij ging over de toekomst van de regio Utrecht. Daarbij hielden we rekening met de eventuele aanwijzing van De Nieuwe Hollandsche Waterlinie tot Unesco Werelderfgoed. ©MUST

 

Een voorbeeld uit Woudrichem, onderdeel van de Nieuwe Hollandsche Waterlinie, maakt dit duidelijk. Vlak voor de aanwijzing van de Nieuwe Hollandsche Waterlinie tot Unesco Werelderfgoed, zette de Raad van State een streep door een nieuwbouwplan in Woudrichem. Het plan dat er lag, zou het mogelijke werelderfgoed te veel aantasten. Belangrijk is dat er geen bezwaar was tegen de nieuwe woonwijk zelf, maar wel tegen de bouwvolumes. De geplande hoge woontorens zouden de zichtlijnen en openheid van het gebied, kernwaarden van een waterlinie, verzwakken.

Een ander voorbeeld is Stone Town (Zanzibar) werelderfgoed sinds 2000. Stone Town is onderdeel van het grotere Zanzibar Town, een metropool in Tanzania. In 2013 presenteerde de afdeling rurale en stedelijk planning van Tanzania een nieuw ruimtelijk plan voor Zanzibar Town. Hierin was zelfs een nieuw stadscentrum voorzien in de bufferzone* van Stone Town. Een grote ontwikkeling, die toch doorgang kon vinden. Dat komt omdat het ruimtelijke plan uitgaat van de historische context van het gebied en cultureel erfgoed vanaf het begin af is meegenomen in het planproces.

Bufferzone Stone Town Zanzibar, Unesco Werelderfgoed

Op deze kaart van Stone Town (Zanzibar) zien we het Unesco Werelderfgoed (geel) en de bijbehorende bufferzone (groen en bruin). Een bufferzone is het gebied dat de werelderfgoedsite omringt of erop aansluit. In dit gebied gelden ook regels voor het gebruik en de ontwikkeling ervan.

 

Deze twee voorbeelden passen binnen de Historic Urban Landscape Approach, die Unesco Werelderfgoed nastreeft. Hierbij gaat het om het doorontwikkelen van erfgoed, op een duurzame manier. Want mits goed ingezet, kan erfgoed een sociale, culturele en economische verrijking zijn voor de ontwikkeling van steden en bijdragen aan een inclusieve, veilige, weerbare en toekomstbestendige leefomgeving. En daar ligt volgens mij de kern. De status van werelderfgoed wil je koesteren. En daarmee komt de verplichting om zorgvuldig over iedere nieuwe ontwikkeling na te denken. Iedere verandering staat in dienst van het werelderfgoed; het moet gericht zijn op behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van de kernkwaliteiten van het gebied. Het moet de plek nog betekenisvoller maken.

Die verplichting geldt voor iedereen, ook voor ons als stedenbouwkundig bureau. Het betekent uitgebreider onderzoek, beter ingepaste plannen, goed nadenken over de impact van het voorstel en heldere afstemming met alle betrokkenen. Wat mij betreft is dat geen beperking, maar juist een verrijking van het vakgebied. Want op deze manier geef je de leefkwaliteit in Nederland een extra impuls.

 

  • Veerle Simons
  • augustus 2021