‘Dynamisch met een ruw randje,’ dat is de huidige en toekomstige sfeer op het Havenstraatterrein. De grote GVB tramremise met werkplaatsen, de garage van de Ambulance Amsterdam, de nog rijdende Museumtramlijn en het oude Haarlemmermeerstation met villa zijn gebleven en geven het gebied meteen al een ongepolijste atmosfeer mee, met interessante historische verwijzingen en levendige horeca. De nieuwe blokken van woningen, voorzieningen en bedrijfjes zijn kleinschalig ontwikkeld, met veel particuliere panden en menging van functies. Het beperkte aantal bouwregels gaf veel ruimte aan inventiviteit en creativiteit van de ontwikkelende en bouwende partijen.
De inpassing van het oude spooremplacement geeft een uniek karakter aan het projectgebied. Zo loopt de Museumtramlijn naar Amstelveen dwars door de wijk. Het is niet alleen een structurerend en beeldbepalend onderdeel van het nieuwe Havenstraatterrein, maar ook een aardige recreatieve verbinding tussen de stad en het Amsterdamse Bos. Het markante spoorverleden van het gebied blijft daardoor voelbaar voor iedereen die op het Havenstraatterrein woont en werkt. Dat historische karakter wordt verstrekt door de oude wachthuisjes, seinen en het verkeersregelhuisje die in het gebied staan. Door zulke kwaliteiten is het Havenstraatterrein niet alleen een gewilde plek om te wonen en werken, maar ook voor een bezoek, of als pleisterplaats op weg naar het Amsterdamse Bos en de Nieuwe Meer. Door die aantrekkende werking wordt het Havenstraatterrein veel meer een onderdeel van de stad.
Bijzonder wonen
Op het Havenstraatterrein staan straks zo’n 500 woningen. Niet gebouwd als eenheidsworst, maar in een verscheidenheid aan woonvormen: appartementen, woon-werkpanden en eengezinswoningen, huur en koop, laagbouw en hoogbouw, in een mix die mede is ontstaan uit de vraag van de markt. Als gevolg van particulier opdrachtgeverschap zijn veel eenheden niet groter dan zo’n 20 woningen. Door de alternatieve wijze van ontwikkeling, en het bijzondere karakter van het gebied, is een divers woonmilieu ontstaan waarin verschillende mensen zich thuis voelen: dynamische stedelingen, studenten en starters, maar ook gezinnen en ouderen. Vaak zijn het mensen die mee willen bepalen hoe hun woon- en werkomgeving eruit ziet. Mensen die een onconventionele, metropolitane, niet al te aangeharkte woonvorm prefereren, maar die elders niet konden vinden. Allemaal hebben ze bewust en met overtuiging voor deze buurt gekozen en durven ze te pionieren.
Hier wordt gewerkt
Het stoere, dynamische karakter van het Havenstraatterrein wordt ten eerste bepaald door de bedrijvigheid die hier reeds gevestigd is, zoals de tramremise en ambulancepost, fourniturenhandel Kisch & Zonen, de werkplaats van de Museumtramlijn en de cultuur/horeca functie van het oude stationsgebouw. Maar ook in de nieuwe bouwblokken is ruimte voor bedrijvigheid onder, tussen en (eventueel) in de woningen. Met name in de gebouwplinten bevinden zich, verspreid over het gebied, een verscheidenheid aan stadsverzorgende bedrijven, zoals een garage, werkplaatsen van aannemers, ambachtelijke en creatieve bedrijven, maatschappelijke ondernemers zoals een huisartsenpraktijk en kinderopvang, werken aan huis en ateliers. Mogelijk zijn enkele van de huidige bedrijven in het gebied teruggekeerd.
Alle woningen en bedrijfsruimten, ook op de bovengelegen verdiepingen, hebben hun entree aan de straat. Deze bedrijvigheid heeft een essentiële betekenis voor de uitstraling van het Havenstraatterrein. Met hun activiteiten zijn bedrijven nadrukkelijk aanwezig in het gebied: vanaf de straat is duidelijk zichtbaar dat hier niet alleen wordt gewoond maar ook gewerkt, en zelfs waaraan. Mensen die de wijk voor het eerst bezoeken merken direct dat hier iets bijzonders aan de hand is. Dit is niet de zoveelste nieuwbouwwijk, maar een buurt met een eigen karakter en sfeer.
Gevarieerde architectuur
Het bijzondere karakter van het Havenstraatterrein is ook zichtbaar in de architectuur van de bouwblokken. Er is gebouwd in uiteenlopende kleuren, met diverse bouwhoogten, -breedten en -diepten. De gebouwplinten zijn overal minimaal 4 meter hoog, waardoor ze elke denkbare functie kunnen herbergen. Tegenover die ‘uniformiteit’ staat echter dat de breedte van de panden sterk varieert. De gemeente schreef geen kavelbreedten voor, dus de ontwikkelaars, bedrijven en particulieren waren vrij om een maat af te nemen die optimaal aansloot bij hun plan of portemonnee. Ook de exacte rooilijnen van voor- en achtergevels lagen niet op voorhand vast. De gevels van sommige panden zijn daardoor – binnen redelijke grenzen – iets naar voren geplaatst of juist naar achteren. Zo heeft een bedrijf een deel van het binnenterrein benut om meer werkruimte te maken, terwijl veel woningen iets teruggebouwd zijn om een voortuintje te kunnen maken, of een plek voor de bakfiets. Door al deze individuele keuzen zijn geen lange, gladde gevelwanden ontstaan, maar juist een gevarieerd beeld; een beeld dat verwijst naar bebouwing langs de Schinkel, naar de diversiteit van de grachtengordel en sommige delen van de Pijp. Naast deze individuele variatie binnen de bouwblokken wordt het Havenstraatterrein gekenmerkt door twee hoge bouwaccenten aan weerskanten van het terrein. Deze hoge gebouwen markeren de grote structuren in de stad en voorzien de tussengelegen bouwblokken van een duidelijke kop en staart.