publicatieLand van verschillende snelheden

Ruimteverkenning-Routekaart-1Tijdens het Jaar van de ruimte trok een groep van dertig jonge ruimtemakers door vijf regio’s in Nederland: Amsterdam, Parkstad, Twente, Eindhoven en Groningen. Zij gingen op zoek naar de opgaven van de toekomst en het verhaal van de plek, en troffen een land aan dat zich steeds meer op verschillende snelheden beweegt.

De bevindingen van de ruimteverkenning zijn samengebracht in een publicatie en een routekaart.

ruimteverkenners

Beste Landmakers,

Op reis door Nederland zagen we de schoonheid van verschillen. Het coulisselandschap van Twente, de leegte van het Groningse land. De Limburgse heuvels, de Waddenzee. Een diversiteit aan landschappen op een klein oppervlak. Die diversiteit kenmerkt ook het stedelijke landschap. Nederland is een mozaïek van kleine en (middel)grote steden, die zich tot elkaar proberen te verhouden.

Het zijn die verschillen die gevierd worden. Elke stad, elk dorp probeert zich te onderscheiden van de ander. En tegelijk herbergt datzelfde streven, paradoxaal genoeg, het gevaar van eenvormigheid. Zijn de Nederlandse steden in hun drang onderscheidend te zijn meer of minder op elkaar gaan lijken?

Zo kon het gebeuren dat we in Parkstad het mijnverleden nauwelijks nog herkenden, en in Almelo het textielverleden onder het tapijt geschoven leek. Winkelcentra en kantoren waren verrezen waar eens mijnschachten en fabrieken stonden. Ze stonden veelal leeg, die winkels.

Want achter de stenen nemen de verschillen toe. Tussen regio’s, maar ook binnen regio’s. Nederland is niet alleen een mozaïek van landschappen geworden, maar ook van snelheden. De groei van de stad Groningen naast de krimp van het ommeland. De stagnatie van Twente tegenover de aanwas van Eindhoven. De metropool Amsterdam, die zich op een eigen, internationaal toneel beweegt.

Die toenemende verschillen manifesteren zich niet alleen in demografische cijfers, maar vertalen zich ook naar maatschappelijke en economische kansen en politieke voorkeuren. Naar protest en ontevredenheid. Is Amsterdam straks nog van iedereen, is Oost-Groningen nog van iemand?

De Nederlandse ruimtelijke ordening, God hebbe haar ziel, werd sterk gekleurd door egalitarisme. Niet inzetten op die ene metropool, maar spreiding. Banen, woningen, voorzieningen, ze werden waar mogelijk over het land verdeeld. De verschillen werden er niet mee opgeheven, maar wel genivelleerd. Ook in middelen en daarmee investeringen werd er verdeeld. Het stoepje in Heerlerheide mocht niet slechter zijn dan het stoepje in Amsterdam Oud-Zuid.

De toenemende ruimtelijke segregatie vraagt echter om hernieuwde politieke uitspraken, en om een sterk nationaal kader van het Rijk. Maar het vraagt ook om ruimte voor lokale oplossingen. Om maatwerk voor snelle gebieden en het traagland. Om meer ruimte voor regio’s om te kunnen excelleren. Of dat nu op hoge of lage snelheid is, hightech concurrerend of lowtech zelfvoorzienend.

We vragen van het Rijk om de verlegenheid te laten varen en grote opgaven te verbinden. Om samen met ruimtemakers van allerlei pluimage te werken aan de vraagstukken van onze tijd. Voorbij de moestuinplanologie. Het mozaïek Nederland verandert, maar welk patroon willen we zien in 2040?

De ruimteverkenners

  • Veerle Simons
  • december 2015