De Structuurvisie Amersfoort is een trendbreuk. Burgerparticipatie zoals we die kennen maakt meer en meer plaats voor overheidsparticipatie. Dit betekent dat andere partijen leidend worden en de gemeente meedenkt en/of meedoet. Met de Structuurvisie Amersfoort schetst MUST de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Amersfoort door middel van een nieuwe ruimtelijke sturingsfilosofie met een kwalitatief en strategisch kader. De structuurvisie benoemt de rol van de gemeente, brengt samenhang tussen uiteenlopende beleidsonderwerpen en biedt aanknopingspunten voor andere partijen om samen met de gemeente te werken aan een vitale, aantrekkelijke en duurzame stad. De ruimtelijke ambities zijn vertaald in negen Amersfoortse Principes. Met deze principes worden initiatiefnemers uitgedaagd en uitgenodigd om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van Amersfoort.
Aantrekkelijke stad
Amersfoort is een aantrekkelijke stad. Het leefklimaat, de bereikbaarheid en de economie bepalen in belangrijke mate hoe aantrekkelijk een stad is. Een vitale stad geeft letterlijk ruimte aan alle drie de aspecten. Amersfoort scoort goed als het gaat om haar leefklimaat door de ligging van de stad midden in het land, de landschappen om haar heen, haar bewoners en de aanwezigheid van voorzieningen. Amersfoort is een belangrijk knooppunt van (internationale) wegverbindingen en spoorlijnen waardoor grote delen van Nederland binnen een uur reistijd bereikbaar zijn. Ten slotte blijkt dat de kwaliteit van het leefklimaat en de bereikbaarheid sterk bepalend zijn voor een succesvolle economische ontwikkeling net als het innovatief vermogen en de kwaliteit van de arbeidsmarkt. Amersfoort heeft met een moderne kennis- en diensteneconomie ook op dit aspect een goede uitgangspositie. Echter, aantrekkelijk zijn is geen garantie om aantrekkelijk te blijven. Amersfoort heeft gouden jaren achter de rug en voelt nu de economische crisis. In de structuurvisie kijken we verder. In de analyse bespreken we trends waar we de komende decennia rekening mee moeten houden om aantrekkelijk te blijven. Uit de trends volgen opgaven die we –samen met de stad- te doen hebben.
De visie
Het Amersfoort van 2012 is de solide basis voor het Amersfoort van de toekomst. Er is gekozen voor het intensiveren rondom het stadshart met een stedelijk woonmilieu en het verdunnen in de omliggende wijken met ruime groene woonmilieus. De stad is daarmee in 2030 nog meer een geliefde plek om te wonen, te bezoeken en aantrekkelijk om te ondernemen. De groei van de stad heeft zijn grenzen bereikt. Amersfoort heeft zijn vitaliteit vergroot door de kenniseconomie te versterken en het woonklimaat nog aantrekkelijker te maken. Het Stadshart is stedelijker geworden door intensivering met meer wonen, werken en stedelijke voorzieningen. De stad heeft nog meer attractieve, levendige ontmoetingsplekken. Aangename woonwijken zijn onverminderd aantrekkelijk voor jong en oud, gezin en alleenstaand. De wijken zijn aantrekkelijker gemaakt door meer functiemenging met werken en voorzieningen waar dat kan en bieden rustig, veilig woongenot waar dat hoort. De publieke ruimte biedt voor mensen de mogelijkheden om elkaar te ontmoeten. Vanuit de wijken zijn er optimale verbindingen met het groen in de stad en het landschap buiten de stad. Werklocaties zijn vitaal en multifunctioneel. De bereikbaarheid is verbeterd door optimalisering van de infrastructuur. Zo is er een nieuw duurzaam evenwicht ontstaan tussen economische dynamiek, de kwaliteit van de leefomgeving en de bereikbaarheid.
De uitvoering
De gemeente kan en wil de ambities alleen samen met de stad waar maken. De rol van de gemeente is het faciliteren, stimuleren en stellen randvoorwaarden waar dat moet, maar ondernemers, inwoners en maatschappelijke organisaties kunnen Amersfoort een vitale stad laten zijn en blijven. Deze structuurvisie is een trendbreuk. Burgerparticipatie zoals we die kennen maakt meer en meer plaats voor overheidsparticipatie. Dit betekent dat andere partijen leidend worden en de gemeente meedenkt en/of meedoet. Per ontwikkeling zal de gemeente afwegen of de overheid een toegevoegde waarde heeft.