Naast de kwaliteit van de dienstregeling, de vormgeving van het materieel en de inrichting van de stations hebben de omgeving van het spoor en het station een grote invloed op de ervaring van het reizen. Deze omgeving valt deels buiten het bereik van de partijen die verantwoordelijk zijn voor het spoor. En hoewel spoor en station vaak een grote ruimtelijke en functionele impact hebben op de omgeving, vallen zij ook buiten het bereik van de omgevingspartijen.
Evaring maximaliseren, impact minimaliseren
In de visie staat altijd de menselijke ervaring centraal. Enerzijds is er het perspectief van de reiziger. Dit omvat de ervaring van de reis zelf, de route waarover wordt gereisd, de beleving van het landschap waardoor wordt gereisd, de wijze waarop de aankomst en het vertrek vanuit het station worden beleefd, de manier waarop de overgang tussen stationsomgeving en de bestemming wordt ervaren, etc. Vanuit dit gezichtspunt is het belangrijk om van de treinreis een aangename en interessante belevenis te maken die bestaat uit vertrouwde en verrassende elementen. Eén van de kenmerken van het reizen per trein is het uitzicht op het Nederlandse landschap; vaak zijn dit plekken waar je op een andere wijze niet of nauwelijks komt. Om deze reden is het belangrijk dat de treinreiziger zoveel mogelijk directe spoorlijnen loopt door bijna alle Nederlandse landschappen en steden, langs kleinere steden en dorpen en kruist daarbij allerlei bestaande netwerken (voetgangers, fietsers, auto, water, etc). Het spoor vormt vaak een breuk in het landschap en de directe leefomgeving van mens en dier. Ook het station als infrastructuurknoop is vaak een obstakel in de stad. Vanuit het omgevingsperspectief is het belangrijk om deze negatieve impact van het spoornetwerk in de omgeving te minimaliseren. Verder staat de bijdrage die het spoornetwerk levert aan de omgeving centraal in de visie. De ruimte naast, boven en onder het spoor is niet autonoom maar draagt functioneel en ruimtelijk bij aan de omgeving. Datzelfde geldt ook voor het station en de directe omgeving. In de stad en het dorp vervult het station een belangrijke rol in het openbare leven. Met voorzieningen en aangename plekken kan het stations bijdragen aan een vitaal publiek domein.
Spoorlijn en station
Kenmerkend in de relatie tussen de spoorwegen en de omgeving is het grote verschil tussen spoorlijn en station. Op het spoor is de reiziger passief ten opzichte van de omgeving. Hij kijkt door het treinraampje naar buiten, is in gesprek met een medereiziger of is verdiept in zijn eigen wereld van boek, laptop of telefoon. Op het station wordt de reiziger voetganger en beweegt zich zelfstandig naar of door de omgeving. Vanuit de omgeving gezien is er een vergelijkbare situatie. In de omgeving van het spoor kun je als niet-reiziger alleen kijken naar de trein die voorbij komt, in de buurt van het station kun je besluiten zelf te gaan reizen of gebruik te maken van de aangeboden voorzieningen in en rond het station. De interactie met de omgeving is dus fundamenteel verschillend: op het spoor is de interactie van de reiziger met de omgeving minimaal en rond het station maximaal. In de stationsomgeving is er veel invloed van het spoorwegnetwerk op de ruimtelijke ontwikkelingen (knooppuntontwikkeling) terwijl er in de omgeving van het spoor vaak geen enkele invloed is te bespeuren (ongerept landschap). Vanwege dit onderscheid in de wijze waarop de omgeving aangrijpt op het spoornetwerk is de visie verder uitgewerkt voor de omgeving van het spoor en de omgeving van het station.